Op 14 juni 2011 bezocht de begeleidingsgroep voor het project Schoon en Mooi van Rijnland, bestaande uit vertegenwoordigers uit het Reeuwijkse Plassengebied, de Loenderveensche Plassen, ten noorden van de Loosdrechtse Plassen. Daar heeft de waterbeheerder Waternet een aantal interessante experimenten op het gebied van waterkwaliteit en herstel van legakkers. De plas behoort tot het gebied van Terra Nova.
Chris Buitelaar, voorzitter van de VWR, was er bij. Hij maakt deel uit van de begeleidingsgroep en noteerde enkele opmerkelijke zaken:
1. Vanaf de jaren 50 vorige eeuw is fosfaatrijk water uit de zeer vervuilde Utrechtse rivier de Vecht ingelaten en werden die plassen ‘opgeladen’ met fosfaat. Wanneer dat meer dan 30 jaar is doorgegaan, dan duurt het minstens even lang voordat het weer op het gewenste kwaliteitsniveau is, aldus Gerard ter Heerdt van Waternet.
2. Een deel van de Loenderslootsche Plassen vormt een enorm waterbekken voor het Amsterdamse drinkwater. Die plas wordt gevoed door kwelwater (1000 L per seconde!!!) uit de Bethunepolder ten noorden van Maarsen. Optisch bruin-troebel water door het ijzergehalte, maar hydro-chemisch van zeer goede kwaliteit. Dat komt doordat bodemwater vanuit de hoog gelegen Utrechtse Heuvelrug omhoog kwelt in de Bethunepolder. De zanderige Utrechtse heuvelrug heeft voor het meer dan 50 jaar oude water als een filter gewerkt. Via een open kanaal wordt het door ijzer bruingekleurde water naar de waterwinplas gevoerd. Daar vindt een natuurlijk zuiveringsproces plaats, voordat het in Amsterdam nog eens door zandfilters wordt gepompt. Uniek in de wereld.
3. De plas die we bezochten maakt onderdeel uit van Terra Nova. De plas wordt gevoed met water uit het Amsterdam Rijnkanaal, wat schoner is dan water in de Vecht. ‘Daar kun je een fotorolletje in ontwikkelen’, volgens onze begeleider Gerardt ter Heerdt.
4. Alle maatregelen voor verbetering waterkwaliteit zijn genomen: geïsoleerd van landbouwgebieden, (kleine) peilfluctuatie, actief biologisch visstandbeheer, d.w.z. Dat water wordt wel met ijzerchloride gedefosfateerd. Dat is afgekeken van een experiment in Reeuwijk.
5. Het doorzicht is 1 – 1 ½ meter.
6. Er is een rijke en gevarieerde (onder)watervegetatie, w.o. kranswieren, fonteinkruid en krabbescheer.
7. Goed onderhouden legakkers blijven bestaan en herstellen.
8. Ganzenvraat belemmert het herstel. Op delen die met netten afgesloten zijn voor ganzen groeit het jonge riet goed, op andere delen heel slecht.
9. Volgens onze begeleider Gerard ter Heerdt, een bevlogen man, komt er na ieder oplossing weer een nieuw probleem. Na het wegvangen van vis ontstond er helder water maar ook blauwalg = de cyanobacterie. Na bestrijding daarvan ontstond er een nieuwe soort blauwalg.
10. De plas kent geen recreatie en ligt in een gebied dat vanwege de waterwinning is afgesloten. De recreatie vindt plaats op de Loosdrechtse Plassen.
11. Er leven Amerikaanse rivierkreeften in maar proeven wezen uit dat de gevolgen door vraat aan waterplanten vooralsnog beperkt is.
12. Duidelijk is dat geïsoleerde ligging, enige peilfluctuatie en zelfvoorziening van de watervoorraad, defosfatering van alsnog in te laten water en wegvangen van vis de belangrijkste middelen zijn ter verbetering van de waterkwaliteit.
13. Dezelfde maatregelen – zo bleek bij een excursie in 2010 – wierpen op korte termijn ook vruchten af in de Bergse Plassen bij Hilligersberg. Daar had men als extra maatregel ook nog de met fosfaat opgeladen veenbodem met zand afgedekt.
14. Isoleren van de omliggende landbouwgebieden en peilfluctuatie maken onderdeel uit van het plan Schoon en Mooi voor de Reeuwijkse Plassen. Actief biologisch visstandbeheer, zandafdekking en defosfatering nog niet. Conclusie: zonder de laatste 3 maatregelen is er alleen effect op de zeer lange termijn te verwachten. Maken we dat nog mee?